Handicapverwerking

Algemeen

Cissy Canninga heeft gewerkt als ambulant begeleider op de Maurice Maeterlinckschool in Delft (2000-2006), een school voor mytyl- en tyltylleerlingen. In deze tijd heeft zij een training voor handicapverwerking en sociale vaardigheden ontwikkeld voor de mytyl- en ambulante leerlingen van deze school. Deze leerlingen zaten in het speciaal en het regulier onderwijs, hun leerkrachten en docenten werden vaak ook door haar begeleid. Na 2006 is zij deze training individueel en in groepjes blijven aanbieden vanuit haar eigen praktijk.


  • shutterstock_107322404


  • Kinderen of jongeren met een lichamelijke beperking kunnen soms moeite hebben met het verwerken van het feit dat zij deze hebben. Boosheid, verdriet en onbegrip kunnen hierin een rol spelen. Op sociaal gebied kan het functioneren van deze kinderen of jongeren ook anders verlopen doordat zij vaak in een (fysiek) afhankelijke positie verkeren en doordat hun omgeving hen anders benadert. Deze training komt tegemoet aan beide aspecten: het verwerken dan wel accepteren van de lichamelijke beperking en het vergroten van de sociale vaardigheden.

 

Werkwijze

Met de ouders wordt een intakegesprek gevoerd, voorafgaand aan dit gesprek vullen de ouders en de leerkracht/ mentor een vragenlijst in.


  • In een groepje van vier kinderen/ jongeren en/of individueel wordt de sociale competentie vergroot en het omgaan met de handicap vergemakkelijkt. De keuze voor individuele of groepsgewijze behandeling is afhankelijk van de behoefte van het kind/de jongere. De training vindt plaats in tien bijeenkomsten van anderhalf uur in de praktijkruimte. De bijeenkomsten kunnen ook, in onderling overleg met school en ouders plaatsvinden op de school van het kind/de jongere. Dit zou bijvoorbeeld kunnen als er meerdere kinderen op één school zijn die deelnemen aan de training.

  • Aandachtspunten zijn zowel de cognitie over gedrag en het handelen n.a.v. gebeurtenissen, als het leren van elkaar en van de cursusleidster omtrent de omgang met, en acceptatie van de handicap. De Sociale Leertheorie en de Cognitieve Gedragstherapie zijn theoretische uitgangspunten, met als leidraad het model van Ringrose en Nijenhuis (Ringrose & Nijenhuis: “Bang zijn voor andere kinderen”, Wolters-Noordhoff, 1982). De training is geschikt voor kinderen die moeite hebben met het sluiten van vriendschappen,  de sociale omgang met leeftijdgenoten en het accepteren en omgaan met hun handicap.

 

Na afloop van de training vindt een verslaglegging plaats.